40 Years
Hoe Henk Zuidberg met het ontwikkelen van een fronthef voor zijn broer Wim het startsein gaf voor veertig jaar Zuidberg
“Ik ben in de goede tijd geboren”, begint Henk Zuidberg, oprichter van ‘Zuidberg Techniek’, zijn verhaal. “Het was net na de oorlog. Er heerste een hosannasfeer: je hoefde alleen maar je best te doen, dan kon je geld verdienen. Ik kom uit een ondernemersgezin; mijn ouders hadden een boerderij. Wij moesten regelmatig meehelpen. Hard werken heb ik van huis uit meegekregen.”
Henk werkte onder meer jaren bij Philips en was daarna vertegenwoordiger in tuin- en parkmachines, tot hij begin jaren 80 zonder werk kwam te zitten. “Nederland verkeerde in een zware crisis en dat heb ik ook gemerkt, maar ik had wel een vrouw en twee kinderen die moesten eten. Daarom besloot ik voor mijzelf te beginnen.”
Waterleidingen voor de centrale verwarming
“Henk begon bij mij in de schuur”, herinnert Henks twee jaar jongere broer Wim zich. Wim had net het melkveebedrijf van zijn ouders overgenomen en was daarmee naar een nieuwe locatie verhuisd, twee kilometer buiten Ens. “De leidingen van de centrale verwarming op mijn nieuwe bedrijf lagen zó raar. Henk heeft alles eruit gezaagd en het er daarna weer fatsoenlijk in gelegd. Dat ging hij niet veel later ook bij andere gezinnen in de polder doen.” Henk: “Niemand had centrale verwarming destijds. De een na de ander vroeg erom. Dat deed ik op de zaterdagen erbij toen ik nog bij Philips werkte. Het was hard werken maar het heeft mij financieel geen windeieren gelegd.”
Henks allereerste fronthef
Ongeveer een jaar nadat Henk voor zichzelf was begonnen, kocht Wim een nieuwe tractor. Hij wilde voor zijn nieuwe Valmet 703 een fronthef met frontaftakas. Dat veranderde voor Henk alles. Het was het begin van wat nu al veertig jaar Zuidberg Techniek is. Wim: “Ik had een lasapparaat, maar geen draaibank. Die hebben we ergens opgehaald. Dat was natuurlijk een enorm zwaar ding, de auto ging er bijna van kapot.” Henk maakte er zijn allereerste fronthef mee. Wim: “Die fronthef heeft er dertien jaar opgezeten. Ontzettend goede kwaliteit. Nadat we hem demonteerden hebben collega’s het ding schoongemaakt en opnieuw gespoten. Hij staat nu bij de ingang van het hoofdkantoor in Ens.”
Kantine in huis
Het nieuws dat Henk een eigen fronthef had gemaakt, ging als een lopend vuurtje rond. Henk: “De wereld van mechanisatiebedrijven in Nederland is niet groot en iedereen kent elkaar. Daardoor kreeg ik uit het niets, zo leek het, steeds meer opdrachten. De schuur waarin ik ze maakte, een werkplaats van 6 bij 6 meter, werd al gauw te klein. En bovendien, ijzerkrullen en koeien gaan niet goed samen.” Wim: “Dat was niet het enige. Als de cv in de schuur aanstond, was het daar lekker warm, maar dat kon de ketel thuis niet aan waardoor het binnen dus hartstikke koud was. Daarnaast hadden we maar één telefoonaansluiting. Vrijwel alle belletjes die we kregen waren voor Henk, bijna niks privé. Het duurde lang voordat KPN een tweede lijn had aangelegd. En er was ook al personeel. De kantine was bij mij in huis.”
De koning te rijk
Henk kreeg de mogelijkheid om in Ens een stuk grond te kopen van 2.000 vierkante meter. Henk: “Ik was de koning te rijk. Ik kon nog een paar keer uitbreiden op die locatie, toen was de grond op. Op een nieuw terrein, waar we nu nog steeds gevestigd zijn, heb ik een nieuwe hal neergezet van 40 bij 52,5 meter. Die was zo verschrikkelijk groot. Ik was van plan de helft ervan te verhuren als caravanstalling, maar dat is er nooit van gekomen. Die hal was al snel dubbel zo groot. Ja, het is fors uit de klauwen gelopen.”
Personeelszaken
Henk herinnert zich nog wat mensen in zijn omgeving hem aanraadden. “Je moet nooit personeel nemen, zeiden ze me, dat kun je niet. Daar hadden ze misschien wel wat gelijk in. In m’n eentje heb ik alles onder controle, met veel personeel is dat ondoenlijk. Gelukkig had ik goede mensen om me heen, adviseurs en andere specialisten. Mijn vrouw Betty heeft jarenlang de boekhouding gedaan. Toen we groter werden kwam er een boekhouder. Betty deed voornamelijk de personeelszaken. Ze wist alles van iedereen, kende iedereen. Ze vertelde mij wat nodig was, meer niet. Ze was een vertrouwenspersoon voor het personeel. In 2004 heeft onze zoon Jeroen het bedrijf overgenomen. Honderd man personeel was mij te veel geworden.”
Prototype voor KI-laboratorium
Henk noemt zichzelf meer een Willie Wortel dan een manager. Op zijn dertiende soldeerde hij al miniatuurwerktuigjes in elkaar, blikken dekseltjes vormden de wielen. “Ik vind het mooi om dingen te ontwerpen. Zo heb ik bijvoorbeeld ook een prototype gemaakt voor het invriezen van rietjes stierensperma. Het KI-laboratorium waar mijn andere broer Kees hoofd van was, zocht daar iets voor. Het was voor mij vooral een bijproduct, maar voor die sector was en is het nog steeds een belangrijk product. Ruim veertig jaar heb ik deze apparaten gemaakt voor klanten in diverse landen.”
Hup, de container in
Ook zijn er producten minder succesvol geëindigd. Henk “Ik heb zeker producten gemaakt die niet gelukt zijn. Maar daar was ik altijd heel makkelijk in: hup, de container in, weg ermee.” Wim: “Zo heb je eens een weger achter de hef gemaakt, voor het wegen van kunstmest. Dat ding werkte wel, maar het was veel te veel gedoe.” Henk: “Klopt. Ik kon twee dingen doen: doorprutsen tot ik een ons woog of het ding in de container gooien.”
Simpelweg boerenverstand
“Het is knap hoe Henk het allemaal gedaan heeft,” besluit Wim, die nadat hij stopte met de boerderij nog een jaar of negen binnen Zuidberg gewerkt heeft. “Ik ben trots op mijn broer.” Zelf gebruikt Henk dat woord liever niet. Henk: “Het ging gewoon zo. Ik heb echt geluk gehad dat ik op het goede moment het goede product had. Maar ik ben wel trots op hoe het gegaan is en dat we vanaf dag één nooit verlies hebben geleden. Hoe dat komt, daar is niet echt een reden voor aan te wijzen. Het komt vooral aan op de juiste beslissingen nemen op het juiste moment. Daar komt een heleboel intuïtie bij kijken, simpelweg boerenverstand. En last but not least ben ik Wim erg dankbaar dat hij mij de mogelijkheid bood om in zijn schuur te beginnen. Dat is achteraf gezien het begin geweest van wat er nu staat.”